Soms komen ouders vertellen hoe goed hun kind al kan rekenen, tellen of lezen. Veel kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong hebben namelijk een voorsprong op het gebied van rekenen. houden ervan om met getallen in de weer te zijn en maken ook al ‘sommen’. Aan jou als leerkracht de taak om te ontdekken wat zij echt kunnen. Kunnen ze inderdaad al lezen? Of spelen met getallen? Als het kind inderdaad een ontwikkelingsvoorsprong heeft, bijvoorbeeld op het gebied van rekenen, dan wil je hier snel bij kunnen aansluiten.

Spelen met getallen

In dit blogbericht wil ik je meegeven dat het voorál interessant is als kinderen al jong kunnen spelen met getallen.

Veel kleuters kunnen namelijk de telrij al heel ver opzeggen. Dit kan aangeleerd zijn zoals je ook een versje onthoudt. Met een mooi woord: acoustisch tellen. Het wordt interessanter als je ontdekt dat een kind óók kan doortellen vanaf een willekeurig getal, of zelfs terug kan tellen vanaf een willekeurig getal. Op dat moment hebben ze niet alleen een rijtje getallen in hun geheugen geprent, maar ze hebben ook inzicht in de telrij. Ze kunnen de telrij als het ware van bovenaf bekijken en spelen met de getallen: vooruit gaan, achteruit, en misschien zelfs al in sprongen tellen.

Vaak hebben kinderen die handig zijn met de telrij, ook een goed inzicht in de dagen van de week. Waar andere kinderen de dagen van de week in een liedje of versje prima kunnen opzeggen, weet dit kind te vertellen welke dag het eergisteren was. Ook heeft het misschien al overzicht hoe de week er voor hem of haar uitziet. Op welke dag ga ik naar de BSO of naar smel,les? Wanneer komt Opa me ophalen?

Nog meer inzichten

Vaak komen kleuters die interesse hebben in cijfers, zelf tot conclusies over het tientallig systeem: ‘Juf, als de 1 en de 2 zo staan, dan is het 21 en andersomn is het 12!’. Sommige kinderen weten dan ook nog duidelijk te vertellen wat meer is en wat minder: Aan de rand van de zandbak bekeek een kleuter een rijtje schoenen: ‘Ik heb maat 29, maar Roan heeft grotere voeten want hij heeft maat 30. En Marisa heeft kleinere voeten want zij heeft nog maar maat 27.’

Wil je dit soort inzichten uitbouwen, dan is het 100-dagenrekenproject echt een aanrader! Naast de uitdaging die je biedt, werk je ook aan een gedegen basis. Je kunt namelijk geneigd zijn een kleuter die al kan spelen met getallen en heel vaardig is met de telrij, bepaalde zaken te laten overslaan. Soms blijkt dat er dan later, in groep 4 of 5 , toch hiaten zijn ontstaan. Ga daarom niet té snel over naar formeel rekenen, maar besteed ook aandacht aan het vaardig worden in de telrij tot 20, het omgaan met hoeveelheden, eierdozen, kralenkettingen en ga zo maar door. Met het lesproject Simon Rekenslang ga je hier lekker interactief en actief mee aan de slag. Het is heel geschikt om te differentieren op twee of drie niveaus.